11-10-2012

Stagiair met hoedje

Zaterdagavond, en we voelen ons nog even weer 25! Een concert van De Dijk brengt ons terug in de jaren 90. De mannen op het podium zijn grijzer, (Huub verft zijn haar) en wellicht een stuk wijzer. Maar nog altijd kunnen ze ons laten springen, dansen en uit volle borst mee laten blèren. Dan valt ons oog op een gitarist met een hoedje. Die kennen we niet. Die was er vroeger niet. Die is ineens extra!

Als de band wordt voorgesteld verstaan we uiteraard niet wie die jongen met dat hoedje nou is. Maar vriendin S meent dat Huub toch echt zei dat hij Kevin heet. Goed, Kevin dus. Kevin met het jagershoedje. Hoe komt die Kevin nou ineens bij een band die al 30 jaar bestaat terecht? “Zou het een stagiair zijn?” vraag ik. L en S lachen zich rot. Ik vervolg stug mijn verhaal “want studenten van het conservatorium moeten toch ook gewoon stagelopen? En deze Kevin heeft vast een sollicitatiebrief geschreven naar Huub en Hans. Dat hij graag alle ins en outs van het rock & roll leven leert van deze gevestigde orde. Dat hij een groot hart heeft, dat hij het niet alleen kan en dat hij best aan het einde van de avond het licht uit wil doen. En toen mocht hij komen voor een auditie”, besluit ik mijn relaas. Vriendin L vult aan dat zijn hoedje vast de doorslag gaf. “Het jagershoedje dat hij van zijn opa heeft gekregen om hem er aan te herinneren dat hij altijd zijn dromen na moet jagen!”

Kevin speelt de sterren van de hemel. Wat dat betreft is zijn stage meer dan geslaagd. Wat een fantastische gitarist! Maar als we dan toch een stagebeoordeling moeten geven, trekken we alle drie de conclusie dat er nog wel iets gedaan mag worden aan zijn body language. Kevin speelt een beetje autistisch. Alsof hij thuis tussen de schuifdeuren staat. Hij heeft weinig interactie met het publiek, kijkt nauwelijks de zaal in. Af en toe staat hij zelfs minuten lang met zijn rug naar ons toe, omdat de drummer interessanter is. Nee, dat levert toch een kritisch puntje op voor het afsluitende stagegesprek van Kevin. Hij had de show kunnen stelen, onze Kevin. Gemiste kans!

Later besluit ik toch eens te googlen om uit te vinden hoe het nou zit met die Kevin met dat hoedje. Voor de goede orde: Kevin heet Jan Bart, beter bekend als JB Meijers. Een begaafd gitarist en producer met een CV waar je u! tegen zegt. Hij speelt al jaren met De Dijk en andere grote namen.
“Euh....Sorry JB, mijn fout! Maar jaag vooral je dromen na en ‘hang on to’ dat hoedje van je opa!.”

13-09-2012

Team 9: overmoedige groentjes

Leuk hoor, oude auto’s. Maar ik had er nooit zoveel mee. Hoewel mijn vader er gek op is, en ze van A tot Z zelf in elkaar sleutelt en mijn neef hetzelfde genetische virus heeft, ben ik nooit besmet geraakt. Tot collega S en ik uitgenodigd werden om deel te nemen aan een Classic Car Rally. Dat leek ons wel grappig. En naarmate de dag van de rally dichterbij kwam, werden we enthousiaster en fanatieker! Dit moet ons echt wel lukken!

We verdiepen ons in het bolletje-pijltje systeem en hoe we coördinaten op een kaart moeten intekenen. We leren de regels uit ons hoofd en bestuderen een routeboek van een voorgaand jaar. Al met al lijkt het ons niet al te moeilijk. Met een geleende Alfa Romeo Giulia uit 1970 kunnen we die tocht prima volbrengen. Denken we.

Op zondagochtend om acht-punt-nul-nul uur staan we paraat. Gewapend met liniaal, rekenmachine, drie kleuren pennen en een fantastisch humeur, nemen we onze teamshirts in ontvangst. Al gauw blijkt dat de routes pittig in elkaar ziten. We moeten controleposten ontdekken, letters verzamelen en nog goed navigeren ook. Leuke valkuilen door de route in spiegelbeeld en ondersteboven af te beelden, lossen wij makkelijk op. Een make-upspiegel blijkt bij een rally heel handig! Dus we verschijnen netjes op tijd aan de start. Het routeboek op schoot, twee grote glimlachen en de vlag zwaait omhoog en omlaag. Gassen!

Helaas, op het moment suprême slaat de motor af. Hilariteit alom. We laten een onuitwisbare indruk achter bij de start. 'Pech' zal ons de rest van de dag nog blijven achtervolgen. Zo komen we er achter dat een stroeve oude auto iets anders rijdt dan de moderne varianten met stuurbekrachtiging en airco. De motor slaat bij de eerste de beste keer stilstaan af. En dat blijft zo. Dit wordt een rally met mechanische handicaps! De verwarming van die oude Alfa kan niet uit, dus we raken redelijk oververhit. Uiteraard verdwalen we hopeloos. We missen alle controleposten en zien alleen een toepasselijke hoofdletter K onderweg. Bovendien worden we bedwelmd door de uitlaatgassen die in de auto komen. Onze teamspirit wordt zo aardig op de proefgesteld. Uitgedroogd en bezweet weten we de lunchlocatie te bereiken. Voor de rode loper bij de trappen van het kasteel, geeft de auto opnieuw de geest. Met geen mogelijkheid meer in beweging te krijgen.
Hulp komt in de vorm van een charmante automonteur. Terwijl wij het zweet van ons voorhoofd vegen, aan de zuurstof moeten en nieuwe moed verzamelen tijdens de lunch, sleutelt hij vrolijk wat aan de motor. Met resultaat. Hij instrueert ons nog even voor vertrek: collega S moest tijdens het rijden wel telkens gas blijven geven, zelfs als ze afremt. En de verwarming had hij iets lager gezet. En alleen daarom kan ik hem wel zoenen!
Tijdens de middagetappe slaat de motor maar om de tien minuten af en raken we gewend aan het inademen van de CO-uitstoot. High van de benzinedampen, zien we overal en nergens letters en verborgen controleposten en weten we uiteindelijk het eindpunt te bereiken.

We waren overmoedige groentjes, een rally rijden is geen kattenpis! Plaats 42 van de 54 teams was niet geheel wat we in gedachten hadden toen we hier aan begonnen, maar des te meer reden om volgend jaar te stijgen in de lijst. We zoeken nog een classic car die van alle gemakken is voorzien en gewoon rijdt als hij moet rijden! Maar wees gewaarschuwd mensen! Team 9 is fanatieker dan ooit!

09-06-2012

Mevrouw Veertig

Veertig worden is niet leuk voor een vrouw. Zoals vriendin E het omschreef: “ze kunnen je dan met goed fatsoen geen ‘meisje’ meer noemen.” Met veertig bombarderen ze je ineens echt tot de ‘mevrouw’ waarmee caissières en pukkelige tieners je al jaren aanspreken. Afschuw. Pure afschuw!
Vrouwen van veertig zijn volwassen, verstandig en door schade en schande wijs geworden. De onbezonnenheid van meisjes laten ze achter zich. Foute mannen herkennen ze feilloos, getrouwde mannen zonder ring trouwens ook. Ze hebben goede seks, carrières met stagiaires, voeden kinderen en mannen op en weten hoe ze zelf de belastingaangifte moeten doen. Ze laten zich niet leiden door de waan van de dag, maar denken wel na over hypotheken, pensioen en gezondheid.
Ik zie mijn 40+ vrienden niet als mevrouwen. Ze zijn allemaal nog jong, goed geconserveerd en in voor een borrel in de kroeg. Oké, ze zitten ook iets vaker lekker thuis op de bank. En zien op tegen feestjes die pas om 24.00 uur beginnen (daarvoor hebben ze de avonddutjes uitgevonden). Maar ze gaan heus nog wel eens flink stappen (een paar keer per jaar, anders trekken die rimpels en wallen echt niet meer weg). Ze weten echt wel wie Afro Jack is en hoe je moet WhatsAppen. Ze vertonen zich alleen niet meer in gek gekleurde maillots met een hotpants op fietsen die versiert zijn met kunstbloemen en ze giechelen niet meer als een man interesse toont. Ze accepteren en kunnen incasseren. Afgeschreven zijn ze allerminst, bij de tijd des te meer.
Uiteraard ben ik nog -lang- geen veertig. Maar laat het voor eens en altijd duidelijk zijn dat ik dan nog steeds vleeskleurige panty’s uit de weg ga en leuke mannelijke dertigers niet. Ik zal mijn haar niet afknippen en ben ook niet van plan om me ineens voor te stellen met alleen mijn achternaam met het woordje ‘mevrouw’ ervoor.

29-05-2012

Minos

De oudere man die zich voorstelde als ‘Sotos’ en mij naar mijn tafeltje begeleidt, heeft meer iets weg van een vriendelijke te dikke taxichauffeur dan van een gastheer voor het restaurant. Hij blijft me echter vriendelijk toelachen en vragen “everything okay Laura?” Vindt het vast zielig voor me, dat ik alleen ben.
De zee is helder blauw en het strand heeft een gouden glans. Ik heb het hier meteen naar mijn zin. En nu zit ik hier, gebruind door de Griekse zon van vandaag, alleen aan een tafeltje in het restaurant van hotel Minos. Dat voelt gek. Alleen op vakantie is toch een beetje raar. Mensen vragen zich altijd af waarom je alleen bent en maken er in hun hoofd hun eigen verhaal van.

Ik kijk eens goed om me heen. De gemiddelde leeftijd van de gasten in dit hotel is toch echt wel 50 plus. Veel grijze bollen. Verderop bij het buffet ontwaar ik zowaar iemand die geen grijs haar heeft. Hij lijkt op Tom Cruise. Hij instrueert het personeel alsof hij een orkest dirigeert tijdens een Mission Impossible. Kennelijk een supervisor.
Er is verder helemaal niemand alleen in dit restaurant. Het zijn allemaal duo’s of kwartetjes. Er zijn ook twee Duitse vrouwen van mijn leeftijd. Geheel volgens verwachting drinken ze bier en elke vraag die ze gesteld wordt in het Engels beantwoorden ze met ‘Was?’ Hun ogen volgden me vanaf de ingang tot aan mijn tafeltje. Verderop zitten ook nog vier Engelse meiden. Ze hebben hun best gedaan om er sexy uit te zien. Maar, ze blijven Brits. Zo rood als een kreeft in een net iets te kort rokje en met tattoos op vreemde plaatsen. Ik denk na iedere cocktail die ze naar binnen gieten dat ze die knul die voor ober speelt, gaan shockeren. Ze lachen hard en fluisteren iets naar elkaar als ze mij alleen zien zitten. Weinig Nederlanders. Naast me zitten twee oudere dames. Frans. Zo te zien zussen. Ze praten aan één stuk door. En tegelijkertijd, alsof het een wedstrijd is. Ik meen medelijden in hun ogen te zien en vang nog net iets op van ‘tout seul et si belle’.
Vandaag is me door zeker vier verschillende mensen in dit hotel gevraagd of ik ‘helemaal alleen op vakantie ben’. Wat wel meteen een mooie opening biedt voor een praatje. En zo heb ik toch al een paar leuke gesprekken gevoerd. Ik ben alleen, maar voel me eigenlijk helemaal niet alleen. Vrij! Dat is het juiste woord. En dan schrik ik op uit mijn overpeinzingen door een ‘hello?’. Ik kijk recht in de intens blauwe ogen van een Griekse god. Hij vraagt me “do you mind if I join you for dinner.” En dan zit ik opeens niet meer alleen aan mijn tafeltje maar met een charmante meneer die Minos heet. En hij lijkt, ook van dichtbij, een beetje op Tom Cruise.

10-03-2012

Bilmerk

“Is je kont je handelsmerk?”
Pardon? Hoezo? Waar gaat dit over? Ik heb in mijn leven toch veel gekke vragen gehoord, maar deze kon ik echt even niet plaatsen.
Als een man je zo’n vraag stelt in de kroeg, denk je nog: "Ja, ja… leuke openingszin. En daarna wil hij het vast over vormgeving, positionering en mijn twee pluspunten hebben!" Maar in dit geval werd de vraag gesteld door een interessante man, met wie ik sprak over werkgerelateerde zaken die tot op dat moment niets van doen hadden met mijn achterste.
Je kont als handelsmerk. Dat is een raar gegeven. De kunst van een handelsmerk is dat de onderneming er herkenbaar door is en zich ermee onderscheidt van de concurrenten. In het geval van ‘de kont’ gaat het dan dus om een beeldmerk, het zogenaamde ‘bilmerk’. Mijn billen hebben uiteraard helemaal niets te maken met hetgeen dat ik schrijf. Ze zijn hooguit functioneel omdat ik op mijn achterwerk zit als ik schrijf. Ik geloof niet dat mijn kont een herkenbaar grafisch beeld voor mijn onderneming is of zou moeten zijn.
Wie kapitalen verdient met het benutten van een lichaamsdeel, doet er waarschijnlijk verstandig aan die lichaamsdelen goed te laten verzekeren en ze in te zetten als beeldmerk. Zo is mevrouw Lopez een prachtig voorbeeld van een ‘bilmerk’. Naar het schijnt heeft zij haar derrière laten verzekeren voor de lieve som van $ 20 miljoen. Belachelijk naar mijn idee. De benen van Beckham of de handen van Wibi, dat snap ik nog. Maar een kont? Wanneer keert die verzekering dan uit? Als de billen niet langer herkenbaar zijn als die van J-Lo? Als de tand des tijds toeslaat? Als ze zich brandt en op de blaren moet zitten? En gaat ze dan met de billen bloot voor de verzekeraar?
Maar goed, ik draaf door, het ging natuurlijk niet over haar, maar over mijn billen. In mijn geval zou het uiterst dom zijn om van mijn billen mijn handelsmerk te maken. Ik zou onmiddellijk in de categorie B-merken terecht komen. Te veel look-a-likes en verre van perfect. Waarschijnlijk zou ik met zo’n bilmerk, als zelfstandig tekstschrijver ook niet veel verder komen dan het binnenhalen van opdrachten voor teksten op Bill-boards.
Uiteindelijk bleek de man in kwestie mijn blog te hebben bekeken. Zijn opmerking had betrekking op de afbeelding bovenaan deze blogpagina.
U raadt het al: Niet mijn kont. Niet mijn handelsmerk.

04-02-2012

Samen één

Ik zag ze eerder al eens en ook toen trok ik een wenkbrauw op in opperste verbazing. De zusjes Angelique en Liesbeth Raeven, bekend als kunstenaarsduo L.A. Raeven. Een eeneiige tweeling. Nu zie ik ze opnieuw. Voor het programma worden ze 24 uur opgesloten met Wilfried de Jong. Ik moet naar ze blijven kijken. Die vreemde, te dunne tweelingzusjes, ze zijn voer voor psychologen. Ik word heen en weer geslingerd tussen fascinatie en afgrijzen. Het is alsof ik naar een film zit te kijken van een scenarioschrijver met hele sadistische trekken.
Angelique en Liesbeth zijn 38 jaar onafscheidelijk. Ze wonen samen, ze slapen samen, ze eten samen, ze werken samen. Ze ademen samen. Een symbiotische tweeling die in zo'n grote mate van elkaar afhankelijk is, dat er geen eigen leven of karakter overblijft. De tweeling gedraagt zich samen als een individu, als ego en alter-ego, omgekeerde schizofrenie.
Tot Liesbeth besluit dat ze weg wil. Dan beginnen de barstjes te ontstaan in deze ongezonde complexe relatie. Liesbeth wil los, apart, gescheiden. Wat daarvan het effect is op Angelique wordt pijnlijk duidelijk tijdens de 24 uur met Wilfried.
Liesbeth heeft zich langzaam bevrijd uit de afhankelijke relatie en heeft de eerste stappen naar onafhankelijkheid gezet door met haar nieuwe vriend samen te gaan wonen. Angelique, die altijd de dominante was, is hopeloos verloren. Liesbeth maakt zich los uit de knellende relatie en ontpopt zich van de onderdanige en volgzame zus tot iemand die zelf keuzes kan maken. Angelique heeft geen idee wat ze aan moet met een leven waarin Liesbeth niet meer dagelijks bij haar is. Ze is stiller en gedraagt zich kinderlijk. In de uitzending zien we haar excessief eten en drinken. Urenlang propt ze zich vol met chocolade en drinkt het ene glas wijn na het andere. Dit alles onder protest van haar verstandige tweelingzus die opmerkt dat dit gedrag gewoon is voor Angelique. Ze zegt alles geprobeerd te hebben om haar te helpen. Liesbeth is er klaar mee. En er is wanhoop bij Angelique, die balanceert op het randje. Het lijkt erop dat Angelique's gedrag haar manier is om haar zus te straffen voor het verbreken van hun eenheid en zichzelf kapot te maken. Hartverscheurend.
Het gedrag van Angelique schreeuwt om professionele hulp. Als Liesbeth doorgaat met het uitbouwen van haar eigen leven, gaat haar zus er letterlijk aan onderdoor. Dan zal alleen Liesbeth voortleven als het individu dat ze ooit samen waren.